Op basis van het bekende verhaal van Martha en Maria, wordt vaak gezegd: Er zijn Martha-christenen en Maria-christenen.
Er staat een verbazingwekkend verhaal in de Bijbel. Het gaat over mensen die smeken of de Here Jezus bij hen weg wil gaan, omdat Hij hun bron van inkomsten heeft weggenomen.
Paulus schrijft aan Titus over genade, die ons bepaalde dingen leert.
Midden in een verhaal over oordeel en het belijden van Gods Naam, spreekt de Here Jezus over de prijs van een musje.
Het verhaal van de Here Jezus over de balk en de splinter lijkt te zeggen dat we niet mogen oordelen. Als we beter kijken merken we echter dat het verhaal verder gaat.
Jakobus zegt dat onze werken zichtbaar moeten worden, zodat mensen kunnen zien dat we gerechtvaardigd zijn door ons geloof (zie ook Matteüs 5:26). Hoe laten we, op een juiste manier, onze werken zien?
In Romeinen 14:17 vat Paulus samen wat het Koninkrijk van God heel praktisch betekent voor Christenen van vandaag.
Wanneer Paulus in Rome in de gevangenis zit en denkt dat hij binnenkort als martelaar zal sterven, stuurt hij zijn medewerker Timoteüs een bemoedigende brief.
God is niet alleen alziend en almachtig, Hij is ook overal tegelijkertijd aanwezig.
De Here Jezus zegt tegen zijn discipelen iets bijzonders over een graankorrel. Deze uitspraak kan, als je er oppervlakkig mee omgaat, te simpel worden opgevat.