Bewogen door de nood van anderen kunnen we het verlangen krijgen door God gebruikt te worden. In gesprek met Hem zal Hij ons vertellen wat Zijn plannen zijn (zie de eerste 2 studies van deze serie). Wanneer we dan aan de slag gaan, zullen we ontdekken dat God onze werken ook al heeft voorbereid!
Nehemia 1:10-11 (HSV)
Nehemia richt zijn ogen op Gods volk en op Gods grote kracht en sterke hand. Dan vraagt hij of God zijn plan wil laten slagen. Nehemia heeft namelijk besloten met zijn werkgever te gaan spreken. De koning.
In het hele hoofdstuk (Nehemia 1) noemt Nehemia zichzelf "Gods dienstknecht" (1:7, 8, 11). In de laatste paar woorden van het hoofdstuk zegt Nehemia terloops dat hij schenker was van de koning. Hij werkte in de directe nabijheid van de koning en had een grote verantwoordelijkheid.
Dit is echter niet waar Nehemia over opschept, of enige rechten aan ontleent. Hij vraagt God om hem, Zijn dienstknecht, te helpen. Dat is de juiste houding voor de knecht van de Here God. Het is prima, heel goed zelfs, om goed opgeleid te zijn, contacten te hebben, verantwoordelijkheid te dragen. Maar de juiste houding is afhankelijkheid van God en onderwerping aan Zijn wil.
Nehemia heeft veel gebeden (zie onder andere 1:4). Ook heeft hij uitgebreid nagedacht voordat hij de eerste stap zette. Hij begon in de maand Chisleu (1:1, november) en ging in de maand Nissan (2:1, april) naar de koning.
Wanneer we door God worden aangeraakt en toegesproken om een (grote) taak te gaan uitvoeren voor Hem, betekent dit meestal niet dat we direct op pad moeten. God geeft ons voorbereidingstijd (net als bijvoorbeeld Mozes en David).
Tijdens het maken van zijn plannen moet Nehemia gedacht hebben: "Wat is het toch bijzonder dat ik aan het hof van de koning mag werken. Als dat niet zo was zou ik nooit toestemming krijgen om deze plannen voor God uit te voeren".
God kan ons vragen werken voor Hem te doen. Het is dan zo mooi om te gaan ontdekken, dat Hij die werken tevoren bereid heeft.
Efeze 2:10 (HSV)
We hoeven ons niet af te vragen hoe het allemaal moet. Als God ons roept en stuurt en we goed naar Hem blijven luisteren, zal blijken dat de werken al voorbereid zijn. We hoeven ze alleen nog maar in gehoorzaamheid uit te voeren.