Wanneer we een opdracht krijgen van God, komt daar meestal een belofte bij. God beschermt ons en helpt ons om de taak uit te voeren. Dat zou een sterke motivatie moeten zijn om opdrachten van de Koning der koningen aan te nemen en trouw uit te voeren.
Jozua 1:9 (NBV)
Het is niet niks wat Jozua moet gaan doen. Mozes, de leider van het volk Israël, is overleden en heeft zijn taak niet af kunnen maken, namelijk het volk (meer dan een miljoen mensen) langs allerlei vijandige volkeren heen hun beloofde land binnen brengen. Dat moet Jozua nu gaan doen.
Bij de opdracht van God krijgt Jozua een extra bevel.
Wanneer we iets voor God mogen doen, moeten we niet bibberen en bang zijn. We moeten vastberaden deze taak uitvoeren en tot het einde toe stand houden. Het zal echt niet altijd makkelijk zijn, daarom is er de extra opdracht. Vastberadenheid en standvastigheid zijn nodig om te doen wat ons opgedragen is.
We kunnen ons laten weerhouden door mensen die het beter weten, of door omstandigheden die niet meewerken. Misschien is er iemand tegen die ons nabij staat, of misschien is het geld op. Wanneer de opdracht van God komt mogen we weten dat dit ons niet hoeft tegen te houden.
Ook kunnen we ontmoedigd raken wanneer het niet gaat zoals we hadden gehoopt. Als het langer duurt of als we teleurgesteld zijn in het resultaat tot zover, dan wil God dat we ons niet laten ontmoedigen. Door niets. Door niemand.
Waarom kunnen we vastberaden zijn? Waarom hoeven we ons niet laten weerhouden of ontmoedigen? Omdat God Zelf bij ons is en helpt.
Dit vinden we soms moeilijk om in de praktijk toe te passen. We kunnen God niet zien, maar Hij belooft wel om bij ons te zijn. Dat moeten we geloven. Dan kunnen we erop vertrouwen. Geloven en vertrouwen gaan vaak hand in hand.
De nabijheid van God betekent dat Hij ons ook bijstaat. Hij helpt ons om Zijn wil uit te voeren. Wat we ook moeten doen, waar we ook gaan: dat is beloofd!