We leven in deze wereld, maar zijn we ook van deze wereld? Hoeveel invloed heeft de wereld, met alles wat er aangeboden wordt, op ons leven?
Galaten 6:14 (NBV)
Er zijn veel dingen belangrijk in ons leven. Behalve aan aardse goederen of mensen kunnen we ook veel waarde hechten aan allerlei theorieën en meningen. Paulus zegt hier tegen de Christenen in Galatië dat hij, als het er op aan komt, maar aan één ding uitermate veel belang hecht. Dat is aan het kruis van Jezus Christus.
Door het kruis van Jezus Christus zijn we met God verzoend en is de zonde, en de kracht van de zonde in ons leven, overwonnen.
Daarom kan Paulus zeggen: door het kruis van Jezus Christus is de wereld voor mij gekruisigd. Met de wereld worden zondige verlangens en behoeften bedoeld. De wereld trekt ons van God vandaan. Voordat we Jezus als onze Heer en onze persoonlijke Verlosser hadden aangenomen, waren al die dingen vanuit de wereld nog belangrijk voor ons. We gaven er niet alleen aan toe, maar waren er zelfs slaven van (vergelijk Johannes 8:34).
In Galaten 5:24 staat het heel duidelijk: "Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen." Door het kruis is de wereld voor mij gekruisigd.
Niet alleen is de wereld er niet meer voor mij, maar ik ben er ook niet meer voor de wereld. Dat wil zeggen, voor de wereld die mij verder van God afbrengt. Wanneer die wereld naar ons kijkt, zien ze iemand die gekruisigd is voor de wereld. Onze oude ik, de eigen natuur, die bij de wereld hoorde, is er niet meer. Lees hiervoor Romeinen 6:11: "Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God." Wanneer mensen ons willen betrekken bij dingen die we niet meer doen, geven we niet thuis. Dood voor de zonde.
We zijn nog wel ín de wereld. Voor de mensen in die wereld mogen we Gods licht verspreiden door het evangelie te vertellen.
De wereld en ik, dat is een afgerond verhaal uit de verleden tijd. Het kruis is nu belangrijk, waardoor ik in een nieuwe wereld mag leven. We zijn overgeplaatst van de eerste wereld (de duisternis) naar het Koninkrijk van Jezus Christus (zie Kolossenzen 1:13). Het is niet meer de wereld en ik, maar mijn Verlosser en ik.