Een echt loflied is meer dan een prachtig gezang op zondagmorgen. Het is ook meer dan een oprecht gezongen lied op een ander moment in de week.
Psalm 34:2-3 (NBV)
In vers 2 staat dat de schrijver van deze psalm de Heer, zijn God, uit vrije wil prijst. Hij wil God niet alleen prijzen omdat het moet, of omdat anderen het doen. Ook prijst Hij God niet uit angst of om indruk te maken op God. Integendeel, deze man is onder de indruk van God.
Mijn mond is altijd vol van Zijn lof. Met andere woorden, ik moet altijd maar weer denken aan hoe groot en bijzonder God is. En daar wil mijn mond van spreken.
Waarvan spreken wij? Zijn wij wel eens onder de indruk van God?
Wanneer we God willen eren met onze mond, met een mooi lied, dan mogen we dat doen voor de Heer. In vers 3 lezen we dat een echt loflied niet alleen gesproken of gezongen wordt, maar dat ons hele leven een loflied mag zijn voor God.
Het is niet altijd makkelijk om met ons hele leven een loflied zijn. We kunnen beginnen door alles wat we doen gewoon voor Hem te doen (vergelijk Kolossenzen 3:23).
Behalve dat God ons loflied hoort en ziet, zullen ook anderen het horen en zien. Ons loflied mag een getuigenis zijn, waarin we God groot maken. Anderen, die ook van God afhankelijk willen leven (ze worden hier nederigen genoemd) zullen daar blij van worden. Want een loflied, tot eer van God, vertelt precies wat er ook in hun hart leeft.
Willen we een echt loflied zijn, laat ons doen en laten dan God eren. Wees positief, bouw op, en geef God de eer die Hem toekomt. Leef voor Hem. Ook anderen zullen daardoor worden bemoedigd.