Samuel wordt als klein kind voor het eerst geroepen door God. Hij rent meteen naar zijn mentor, omdat hij de stem van God nog niet eerder heeft gehoord. Die vertelt hem dat het God is die hem roept.
1 Samuel 3:8-10 (NBG)
Pas bij de derde keer begrijpt Eli dat de jonge Samuel de stem van God heeft gehoord. Eli is het spreken van God niet meer gewend (zie vers 1) maar nu heeft hij het door. Hij geeft Samuel een wijs advies. Goed luisteren!
Als we denken dat God niet meer spreekt – we hebben immers de Bijbel al – dan luisteren we misschien niet goed. Als ons leven met God en ons gebed vooral (of alleen) bestaat uit spreken tot Hem, ook dan luisteren we minder goed.
We mogen ervan overtuigd zijn dat God wil spreken. Door Zijn Woord (de Bijbel) en door de Heilige Geest in ons hart. Hij wil ons namelijk leiden op Zijn weg. Ons corrigeren wanneer we Zijn wil niet herkennen. Ons bemoedigen wanneer we dat nodig hebben.
Luisteren is niet alleen horen óf God iets zegt. Het is ook niet alleen horen dát God iets zegt. Echt goed luisteren betekent dat we God onze Heer noemen en dat we zelf Zijn knecht willen zijn. "Spreek Heer, want uw knecht hoort". Wanneer een heer tot zijn knecht spreekt, dan is die knecht als vanzelf bereid om te doen wat de heer gaat zeggen.
Dat mag onze houding zijn. Mag God van ons verwachten dat, wanneer Hij tot ons spreekt, wij goed zullen luisteren? Dat we doen wat Hij zegt of vraagt? Dan hebben we een mooie luisterhouding!
Misschien zegt u: Dit ben ik helemaal niet gewend. De Here God blijkt erg geduldig te zijn bij Samuel. Hij zegt niet bij de tweede of derde keer: "Ik roep je al voor de zoveelste keer!" Hij geeft Samuel de tijd om Zijn stem te leren verstaan. Zo heeft Hij vandaag ook nog steeds geduld met ons, omdat Hij graag spreekt met Zijn kinderen. God luistert wanneer wij spreken. Luisteren wij wanneer Hij spreekt?