Dit gezegde, een man een man, een woord een woord, betekent dat als je iets hebt beloofd, je je daar ook aan moet houden. Als onze woorden soms of vaak onbetrouwbaar zijn gebleken, kan het zijn dat mensen ons niet meer op ons woord geloven. Daarom zetten mensen soms hun woorden kracht bij door te zweren.
Matteüs 5:33-37 (NBV)
Een belofte aan God, of aan een ander waarbij je God als getuige hebt gevraagd, moet worden ingelost. Zo niet, dan heb je een valse eed afgelegd. Dit soort beloften waren in het Oude Testament heel gebruikelijk, maar komen vandaag ook nog steeds voor. Je hebt bijvoorbeeld het huwelijk, dat in de kerk wordt gesloten. Daar wordt, voor het aangezicht van God en Zijn gemeente, aan elkaar beloofd elkaar trouw te blijven tot de dood. Een ander voorbeeld is wanneer mensen zeggen: "Ik zweer het bij God".
Deze beloften, te snel uitgesproken of duidelijk overwogen en gedaan, dragen een groot gewicht. Ze moeten worden ingelost, zegt de Bijbel.
Mensen die hun woorden met zweren kracht bijzetten, zweren meestal bij iets dat belangrijk voor hen is, iets dat groter of sterker is dan zijzelf. Het is vreemd, maar er zijn zelfs mensen die zweren bij hun moeders graf. In onze passage zegt de Here Jezus dat we niet moeten zweren (vers 34-36).
Mensen beseffen vaak niet wat ze doen als ze zweren. Daarom legt de Here Jezus uit wat we eigenlijk doen wanneer we zweren bij iets groots. Zweren bij de hemel mag niet, want dat is de troon van God. Hij woont daar en voert daar Zijn koningschap uit. Zweren bij de aarde mag ook niet omdat dit de voetenbank is van God. Zweren bij Jeruzalem is ook niet toegestaan, want dat is de stad van koning David, en uiteindelijk van Koning Jezus Christus Zelf. Zweren bij je eigen hoofd mag niet omdat we daar niets over te zeggen hebben. De Schepper heeft ons hoofd gemaakt, Hij heeft de kleur van onze haren en ogen bepaald. Daar mogen we niet bij zweren.
Wat moeten we dan doen om geloofwaardig te zijn?
Zweren is niet de weg, dat is nu wel duidelijk geworden. Onze geloofwaardigheid moet vaststaan met onze woorden. Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee. Een man een man, een woord een woord. Onze woorden moeten niet licht worden uitgesproken. Wat we zeggen moeten we doen.
Op deze manier verbinden we onze beloften niet aan God of aan iets dat Hij gemaakt heeft, maar verbinden we onze beloften aan onze eigen persoon, onze betrouwbaarheid. We zeggen eigenlijk: Het zal gebeuren, want ik heb het zelf gezegd. Als we denken dat we het niet waar kunnen maken, moeten we het niet beloven.
Wanneer we iets willen beloven, omdat we weten dat het goed is, dan hoeven we de uitvoering niet uit eigen kracht te doen. God wil ons helpen om de dingen, die we in eerlijkheid hebben beloofd, uit te voeren (zie Filippenzen 2:13).