Om mensen op God te kunnen wijzen hoef je geen Bijbelschool te hebben gevolgd. Iedereen die door Jezus Christus met God verzoend is, kan door God gebruikt worden om mensen de weg te wijzen.
Een prachtig voorbeeld vinden we in het Oude Testament, waar een klein meisje iemand op God wijst: met alle gevolgen van dien.
2 Koningen 5:1-4 (NBV)
Naäman is de hoogste militair van de koning van Aram. Zijn soldaten hadden op een keer een klein meisje uit Israël meegebracht, die als dienstmeisje voor zijn vrouw werkte. Dit meisje hoorde dat Naäman ongeneeslijk ziek was en wees hem op de profeet van God.
Het meisje had geen Bijbelschool gevolgd of een gedegen kennis van de religieuze geschriften; ze had ook geen status (een kind, een dienstmeisje), maar ze kende haar God en deed het beste wat ze kon. Ze wees op de profeet van God.
Een wegwijzer van God wijst op God. Daarbij hoeft de wegwijzer zich geen zorgen te maken over de gevolgen van het wijzen. Of iemand werkelijk de goede kant op gaat lopen, wat hij daar tegenkomt, wat er daar met die persoon gebeurt, dat is heel belangrijk, maar niet onze zaak.
In het geval van Naäman had het wijzen van het meisje tot gevolg dat Naäman werd genezen (2 Koningen 5:14) en dat hij zich afkeerde van zijn eigen god en de God van Isaël ging dienen (2 Koningen 5:17).
Wanneer God in ons woont, hebben wij geen excuus meer. We zijn geroepen om op Hem te wijzen, Die ons leven voor eeuwig heeft gered. Of we nu veel weten of weinig weten, of we nu goed kunnen uitleggen of niet, we mogen op God wijzen. Wat de gevolgen zijn, is geheel aan Hem.