Misschien vinden we het vrij makkelijk om te geloven dat God andere mensen kan helpen of zelfs genezen. Maar geloven we dat ook voor onszelf? Geloven we dat onze God echt goed is?
Lucas 5:12-13 (NBV)
De man met huidvraat (in andere vertalingen een melaatse genoemd) roept om hulp. In zijn nood stelt hij nog een voorwaarde, namelijk "als U wilt". Het antwoord dat de Here Jezus geeft is misschien nog belangrijker dan het feit dat de man door Hem genezen wordt. De Heer antwoordt namelijk: "Ik wil het".
Soms kunnen we vergeten hoe kostbaar we zijn in de ogen van God. Onze vraag "wilt u dit wel?" is dan niet een zoeken naar Zijn wil, maar meer een twijfel aan wat God voor ons over zou hebben. Wanneer we vergeten hoe lief God ons heeft, bedenk dan dat Zijn antwoord altijd zal zijn: Ja, je bent kostbaar, je bent Mij alles waard (vergelijk Johannes 3:16 en Romeinen 5:8).
Voor de melaatse is er geen twijfel. De Heer kan hem genezen. Dit geloof wordt hier beloond met onmiddellijke genezing (vers 13).
Zijn er dingen waarover je twijfelt of God het werkelijk kan? Je hebt bijvoorbeeld een jarenlang onverhoord gebed? Lees eens Genesis 18:14, waarin God de hoogbejaarde Sara een kind belooft. En lees ook Jeremia 32:27 en 37, waarin God tijdelijke straf aankondigt, en een wonderbaarlijke redding en terugkeer.
Er is niets wat voor God onmogelijk is.
Nu we weten dat God ons zo lief heeft, dat Hij ons wil zegenen, en wil geven wat goed voor ons is, en nu we weten dat er niets onmogelijk is voor God, mogen we met al onze vragen bij Hem komen. Maar ... we moeten wel geloven dat Gij bestaat.
Hebreeën 11:6 (NBV)
We moeten ook geloven dat deze God, Die bestaat, graag beloont. Zoek Hem met je hele hart en geloof dat God goed is.