We zijn niet gewend om met een dobbelsteen besluiten te nemen. Zeker niet wanneer het om belangrijke beslissingen gaat in ons (geestelijk) leven. Toch was dit in de Bijbel regelmatig de praktijk. Maar, het werd wel gedaan onder bepaalde voorwaarden.
Handelingen 1:23-26 (NBV)
De mensen in de bovenstaande Bijbeltekst moeten een moeilijk besluit nemen. De "Twaalven" (de twaalf discipelen van Jezus Christus) zijn iemand kwijtgeraakt (Judas) en willen hem vervangen. Dat doen ze als volgt.
Allereerst is dit een situatie waarin vrij snel een besluit moet worden genomen. Ze willen met elkaar verder, in een compleet team, om de werken van God te kunnen doen. Daarbij willen ze niet af gaan op hun eigen inzichten.
Soms is het nodig dat we snel beslissen, maar kunnen we ons eigen inzicht niet vertrouwen. Vooral dan hebben we hulp van buitenaf nodig.
De elf overgebleven discipelen (hier inmiddels apostelen genoemd) besluiten om met het lot te bepalen wie de twaalfde apostel gaat worden. Daarvoor doen ze twee dingen. Ze gebruiken hun eigen verstand en inzicht om kandidaten te kiezen (vers 23). Daarna bidden ze God om de juiste persoon aan te wijzen (vers 24).
Bij het maken van moeilijke keuzes wil God dat we verstandig zijn en tegelijkertijd Hem erbij betrekken. We kunnen immers niet steunen op ons eigen inzicht (Spreuken 3:5).
Het vraagt nogal wat van ons, om de uiteindelijke beslissing aan God over te laten. Daar is veel geloof voor nodig. We moeten geloven dat God ons duidelijk zal leiden, zodat we zonder twijfel de aangewezen weg kunnen inslaan. Daarna hebben we geloof en vertrouwen nodig om op die ingeslagen weg door te blijven gaan, ervan overtuigd dat dit de juiste weg is.
Of we nu met een dobbelsteen gooien of om een teken vragen of bidden dat een Bijbeltekst tot ons spreekt, we hebben geloof nodig dat God ons leiden zal. Het houdt ons afhankelijk van God. In de meeste gevallen zal Gods Woord ons dagelijks duidelijk leiden. Wanneer extra hulp nodig is, mogen we geloven dat God daar gebruik van kan maken.
Het is belangrijk om te weten en te geloven dat ons leven niet afhangt van "het lot", maar dat het in Gods handen ligt. De conclusie is dus tweeledig. Allereerst mogen we weten dat niets, dat ons leven beïnvloedt, toevallig gebeurt zonder dat God daarbij is. Verder mogen we, wanneer we Gods leiding biddend zoeken, af en toe voorzichtig eens een vlies uitleggen, of ons laten leiden door omstandigheden - vertrouwend dat God daar Zijn hand in heeft. Ga niet lukraak met dobbelstenen gooien, maar blijf bij alles dicht bij Gods Woord.
(Andere voorbeelden kunnen worden gevonden in bijvoorbeeld Leviticus 16:9, Numeri 26:55, heel veel teksten in het boek Jozua, Lucas 1:9 en Johannes 19:24).