God is niet alleen alziend en almachtig, Hij is ook overal tegelijkertijd aanwezig. Er is niets en niemand die dat kan, behalve onze God.
Psalm 139:8-10 (HSV)
Er zijn veel meer teksten in de Bijbel waaruit blijkt dat God overal tegelijk is. We kijken naar deze passage omdat het ons leert en bemoedigt.
Overal tegelijk betekent niet alleen: God is overal hier op aarde. De schrijver begrijpt heel goed dat God bij hem is en bijvoorbeeld tegelijkertijd bij zijn kinderen. Hij begrijpt echter ook dat God tegelijkertijd in de hemel is en ook in het dodenrijk (hier vertaald met hel).
Mensen kunnen maar op één plaats tegelijk zijn. Zelfs satan en zijn boze engelen zijn op deze manier (gelukkig) beperkt. God en God alleen is overal. Daarmee is Hij niet alleen "ver weg in de hemel", maar tegelijkertijd ook oneindig dicht bij ons, in ons hart.
Een mens kan zich niet verstoppen voor God. Wie dat probeert, komt er snel achter dat God ook daar aanwezig is (zie bijvoorbeeld Jona 1:3 en 4).
We zouden hier bang van kunnen worden. "Altijd bespied, nooit alleen, elk moment een berisping verwachten..."
Maar de schrijver van deze Psalm heeft iets moois ontdekt. Als je een vriend van God bent, hoef je niet bang te zijn. Als je door het bloed van de Here Jezus het eigendom van God bent geworden, dan is de aanwezigheid van God, overal en altijd, juist een grote troost.
In vers 10 van de Bijbelpassage hierboven lezen we over die troost. Waar we ook zijn, al is het in de moeilijkste omstandigheden, in de diepste duisternis, dan nog mogen we zeker weten dat Gods hand ons daar zal leiden en dat Zijn rechterhand ons vasthoudt.
Vers 12 vat dit mooi samen: God is overal.
Psalm 139:12 (HSV)
Daarom licht de nacht op als de dag en de duisternis als het licht. Wat een troost in donkere dagen!