Wanneer God Zijn grootheid laat zien, zullen veel mensen achteruitdeinzen, bang voor de confrontatie. God laat niet alleen Zijn heerlijkheid zien zodat we Hem aanbidden, maar soms ook om ons te waarschuwen.
Exodus 20:18-21 (NBV)
Het volk Israël is rond een berg verzameld om Gods instructies te ontvangen. God toont Zijn grootheid door donderslagen en bliksem en rook. Dit maakt het volk zo bang, dat ze afstand nemen van God en zoeken naar iemand die tussen hen in gaat staan.
God is oneindig groot, sterk en almachtig. Hij heeft het beste met ons voor. Wanneer we dat weten en in dat besef leven zou het ons niet moeten verbazen wanneer we iets van die grootheid zien. Het is niet de bedoeling dat we daarvoor wegvluchten, bang voor Zijn heerlijkheid, bang zelfs om erdoor gedood te worden.
Is God in uw ogen voornamelijk liefde, barmhartigheid en genade? Is ons beeld van God misschien te eenzijdig? Zo ja, dan zou het kunnen zijn dat ook wij een stapje terug doen, weg van God, wanneer Hij Zich in Zijn grootheid openbaart, omdat we Hem niet herkennen.
Mozes zegt dat we niet bang hoeven te zijn. God komt om ons op de proef te stellen. Wanneer God mensen op de proef stelt is dat niet om ze te laten struikelen, maar om ze verder te helpen. Mozes legt uit dat God Zich zo machtig toont zodat we niet zullen vergeten dat we niet mogen zondigen. Wanneer we denken dat God, in Zijn liefde, het wel door de vingers zal zien, hebben we het mis. Hij wil dat we serieus omgaan met Zijn regels.
Wanneer God dichterbij komt zal zondebesef vaak onze eerste reactie zijn (bijvoorbeeld in Jesaja 6:5).
God toont Zijn grootheid zodat wij met ontzag worden vervuld. Ontzag voor God is de basis voor een gezonde relatie met Hem. Hoewel Hij onze beste Vriend is, mag het natuurlijk nooit zo zijn dat we Hem behandelen als "een vriendje". Het ontzag, waarmee God ons vult, zorgt ervoor dat we Hem blijven zien als de grote, ontzagwekkende God, en ons blijven verbazen dat Hij zo dichtbij gekomen is.
Wat is onze reactie op Gods grootheid? Is het zoals in Exodus 20:19, dat we uit angst niet meer met God willen spreken? Of vult het ons met ontzag waardoor Zijn nabijheid als een nog groter wonder wordt ervaren? Een grote God, dichtbij een klein mens.