Jezus Christus noemt Zichzelf in de Bijbel brood des levens. Hij zegt dit, omdat de mensen om Hem heen om een zichtbaar teken vragen. Ze vragen dit, omdat ze Hem niet vertrouwen en daarom niet in Hem willen geloven.
Johannes 6:30-35 (NBV)
De mensen, die daar naar Jezus' woorden luisteren, willen zichtbare bewijzen. "Onze voorouders kregen een zichtbaar teken, namelijk brood uit de hemel", zeggen ze. De Here Jezus legt uit dat het niet om dat gewone brood gaat, maar om het ware brood. Dit ware brood komt van God uit de hemel.
Als je Mij niet gelooft, zegt de Here Jezus eigenlijk, geloof dan degene Die Mij gestuurd heeft. In het evangelie van Johannes spreekt de Heer meer dan 20 keer over de Vader, Die Hem gezonden heeft.
Wanneer de Here Jezus spreekt over brood, dat neerdaalt uit de hemel en leven geeft aan de wereld, roepen de mensen: Geef ons altijd dat brood! Dit is precies de plek waar God ons wil hebben: dat we inzien wat we nodig hebben, en Hem daarom vragen.
Het antwoord is niet dat dit niet kan, of dat het heel duur is, of alleen maar voor een klein groepje mensen. Het antwoord is geweldig goed nieuws, namelijk Jezus Zelf! Hij zegt: "Ik ben het brood dat leven geeft".
Is dit voldoende voor de mensen om te gaan geloven? Ze vroegen immers in vers 30: "Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen?"
Wat hebben wij nodig? Wat willen wij zien, voordat we Hem werkelijk geloven?
Het enige dat we hoeven te doen, is bij Jezus komen. In vers 35 zegt de Heer dat, als we bij Hem komen, we geen honger meer zullen hebben. Het zal niet meer nodig zijn om verder te zoeken. Bij Hem en door Hem vinden we rust (Matteüs 11:28), eeuwig leven (Johannes 17:3) en vrede (Johannes 14:27). Wie in Hem gelooft heeft geen dorst meer. Hij alleen kan onze honger en dorst voor altijd wegnemen.
Hopelijk heeft ook u dit Brood gevonden, dat leven geeft!