Tegenwoordig kunnen mensen met een loterij vele miljoenen winnen. Zo'n bedrag is bijna ondenkbaar. De waarde van een briefje van 10 Euro is makkelijker voor te stellen. We lezen in Matteüs over iemand die het verschil niet goed begreep en daar een hoge prijs voor heeft betaald.
Matteüs 18:21-35 (NBV)
In dit verhaal vergelijkt Jezus vergeving met het kwijtschelden van een schuld. Iemand die tienduizend talent schuldig was krijgt deze kwijtgescholden. Daarna blijkt dat hij iemand die hem op zijn beurt 100 denarie schuldig is niet wil kwijtschelden.
Tienduizend talent komt ongeveer overeen met vijf miljoen Euro. De honderd denarie zijn een tientje waard. Hoe is het toch mogelijk dat deze dienaar (een andere Bijbelvertaling zegt slaaf) het medelijden van zijn heer had gezien (vers 27), maar het niet kon opbrengen medelijden te hebben met een andere dienaar? De gevolgen zijn verschrikkelijk. De kwijtschelding wordt ingetrokken en de failliete dienaar moet alsnog alles gaan terugbetalen.
Het Nieuwe Testament spreekt weinig over vergeving vragen. Dat dit wel de bedoeling is wordt duidelijk uit teksten die spreken over "hou vrede met", "belijd elkander", "wandel in het licht", en "wees zachtmoedig en nederig". Iedere oprechte Christen kan leren om vergeving te vragen.
Vergeving schenken is veel moeilijker. Daarbij komen struikelblokken tevoorschijn als - gekwetstheid - trots - verontwaardiging - boosheid. Soms is het een kwestie van tijd, en gaan deze struikelblokken vanzelf weg. Soms is er echter sprake van zonde, waarmee moet worden afgerekend.
Wel vergeving vragen, maar niet geven, herstelt relaties niet. Wel vergeving schenken, maar niet vragen, opent de weg tot herstel.
Omdat vergeven zo moeilijk is gebruikt Jezus dit verhaal om duidelijk te maken waarom we anderen behoren te vergeven.
Het is voor ons belangrijk om te zien dat de vergeving, die wij van God hebben ontvangen, goed vergeleken kan worden met die onwaarschijnlijke vergeving uit het verhaal van Jezus. De dienaar begreep het niet. Hij denkt het enorm hoge bedrag terug te kunnen betalen (vers 26). We mogen ons realiseren dat onze zonden een schuld zijn bij God die niet terug te betalen is. Goede werken, een leven van onthouding, het maakt niet uit, niets wat we doen kan deze schuld wegnemen.
Dat de schuld toch weggenomen wordt komt helemaal door God. Dit heeft God alles gekost. Zijn enige Zoon. De vergeving van onze zonden heeft dus niets te maken met onze werken. Het is gratis. En toch was het niet goedkoop! Laten we niet goedkoop omgaan met Gods vergeving.
God heeft een speciale manier van vergeven. Hij heeft ons niet alleen vergeven, maar ons ook vrijgelaten (net als de dienaar). We zijn niet meer gebonden aan de zonde. We mogen zelfs voor eeuwig bij Hem wonen. Verder zijn we ook gerechtvaardigd. We zijn niet meer onrechtvaardigen die geen schuld meer hebben, maar gerechtvaardigde vergeven vrije mensen!
Anderen vergeven is voor God een voorwaarde voor het ontvangen van onze eigen vergeving. In het verhaal wordt de vergeving van de dienaar, die zelf anderen niet kon vergeven, onmiddellijk ingetrokken. Zie ook Matteüs 6:14-15.
We kunnen dit leren door te kijken naar Hem, Die ons voorbeeld is. Laten we medelijden hebben, net als onze koning (vers 33). Wanneer we ons realiseren hoeveel ons is kwijtgescholden (vers 32) wordt het minder moeilijk anderen te vergeven. Vergelijk de vijf miljoen met het tientje.
Wij zijn vergeven voordat we erom gevraagd hebben (Romeinen 5:8). Zo mogen wij ook anderen vergeven voordat (zonder dat) zij vergeving vragen. Dit wordt door God van ons verwacht, keer op keer op keer. Of zoals Jezus tegen Petrus zei: zeven maal zeventig keer (vers 22).
Reken het de ander niet meer aan! Zet hem of haar vrij, zoals u zelf bent vrij gezet. Doe dit van harte, zoals u van harte bent vergeven. Dan wandelen we met elkaar in het licht en geeft ons leven eer aan de Enige!