In het leven van vandaag werken we. We zaaien als het ware voor een oogst. Die oogst wordt binnengehaald in ons volgende leven; het eeuwige leven.
Romeinen 6:20-23 (NBV)
Ons leven kan op twee manieren worden geleefd, zegt onze tekst. Als slaaf van de zonde en vrij van de gerechtigheid (je hoeft dan geen goede dingen te doen), of vrij van de zonde maar gebonden aan de gerechtigheid van God.
Wie niet door Jezus Christus verlost is van de zonde, is nog slaaf van de zonde. Die persoon moet als het ware doen wat de zonde hem opdraagt. Gerechtigheid is misschien iets wat hij na wil streven, maar hij is er niets aan verplicht. In vers 21 staat dat de dingen die je doet, wanneer je de opdrachten van de zonde uitvoert, leiden tot de dood. Dat staat nogmaals in vers 23. Het loon dat de zonde brengt is de dood.
Dat is niet alleen de lichamelijke dood, maar vooral ook de geestelijke dood. Wie niet verlost is, heeft een lichaam dat moet sterven en een geest die los is van God. Dood. Deze mens kan, wanneer zijn leven op aarde ten einde is, niet eeuwig leven bij God in de hemel, maar zal de eeuwigheid bij God vandaan moeten doorbrengen.
Iedereen die zich door het offer van Jezus Christus heeft laten verzoenen met God, wordt opnieuw geboren. Zijn geest is tot leven gekomen. Voor hem geldt dat hij niet meer een slaaf is van de zonde. Wie bevrijd is van de (macht van de) zonde, is in dienst van God gekomen. Dat betekent dat alles wat je met je nieuwe natuur voor God mag doen ook werkelijk tot eer van God mag zijn.
Ook dit brengt loon voort, ofwel een oogst. In vers 22 staat dat toewijding aan God een gevolg is, en zelfs het eeuwige leven. Daarmee wordt leven bedoeld in Gods nabijheid, waar nooit meer een einde aan komt.
Zoals vers 23 zegt, brengt zonde de dood voort. Wanneer we met God verzoend worden, dan schenkt Hij ons eeuwig leven, mogelijk gemaakt door Christus Jezus. Waar wacht u nog op? Laat u verzoenen met God!