Jezus Christus vindt het belangrijk dat we begrijpen wat het Koninkrijk der hemelen is. In hoofdstuk 13 van Matteüs lezen we dat de Heer het door 7 gelijkenissen aan ons probeert uit te leggen. Dit is de eerste Bijbelstudie uit een serie die deze gelijkenissen bespreekt.
Matteüs 13:3-9 6:4 (NBV)
Bovenstaande gelijkenis wordt door Jezus Zelf uitgelegd in Matteüs 13:18-23.
In deze gelijkenis gaat het om de invloed, die het Woord van God heeft op de mensen die het horen.
Het kan zijn dat mensen, die de Bijbelse Boodschap nog nooit hebben gehoord, het niet zomaar begrijpen. Het komt in dat geval niet in een vruchtbaar deel van hun hart, waar het kan groeien, maar wordt geroofd door iemand die niet wil dat we Gods Woord begrijpen, de duivel.
Wanneer we Gods Woord aan mensen doorgeven, heb geduld met wie het nog niet begrijpen. Voor wie het niet begrijpt, luister nog een keer en geef het een nieuwe kans.
Mensen die met belangstelling luisteren, maar de waarde nog niet inzien, kunnen er makkelijk oppervlakkig mee omgaan. Als er al iets mee gedaan wordt, blijft dat niet lang bestaan. Als de betekenis van het Woord te dicht bij komt, of persoonlijke gevolgen heeft (vanwege het woord beproefd), haken die mensen af.
Weet dat het horen of lezen van het Woord van God persoonlijke gevolgen kan hebben. Wie dan loslaat, ontneemt het Woord de kans iets te bewerken in zijn leven.
Er zijn veel mensen voor wie het Woord van God belangrijk is. Het groeit en heeft een plaats gekregen in het leven van iedere dag. Maar er zijn ook andere dingen die een grote rol spelen. Ze zijn ingegeven door zorgen en door allerlei verleidingen. Daardoor kan het Woord, hoewel ruim aanwezig, weinig of niets doen in hun leven.
De Bijbel roept ons op om onze zorgen in Gods hand te leggen, zodat het ons denken en doen niet beheerst (vergelijk Filippenzen 4:4). Wanneer we daarbij onze verlangens proberen af te stemmen op wat God met ons leven wil, zal het Woord van God niet verstikt worden.
Het Woord van God is bedoeld om iets te bewerken in de harten van de hoorders (vergelijk Jesaja 55:10-11). Het is ook de bedoeling dat de hoorders er wat mee doen en zo daders van het Woord worden (vergelijk Jacobus 1:22). Wie het Woord hoort en ernaar leeft zal vrucht dragen.
Het is niet zo belangrijk of we nu 100-voudig of 30-voudig vrucht dragen, of iets daar tussenin. Wel is het goed om ons uit te strekken naar groei en vrucht in ons leven. Resultaten met eeuwige waarde, tot eer van de Landman.