Het lijkt normaal om, wanneer dat nodig is, te knokken voor je leven; je best te doen om het te behouden. Daarom klinken de woorden van Jezus Christus ons wellicht onwerkelijk in de oren wanneer Hij zegt dat we ons leven niet moeten willen behouden.
Lucas 9:23-24 (NBV)
Wanneer we denken aan iemand die zijn leven verloren heeft, denken we misschien aan zijn overlijden. In zekere zin is dat ook wat Jezus Christus hier bedoelt. Alleen gaat het hier niet om het sterven van ons lichaam, maar van onze ik. Wie achter Jezus aan wil komen moet niet meer achter zichzelf aanlopen. Wat je gewend was te doen, doe je niet meer. Wat op jezelf gericht was moet op Hem gericht worden. Wat voor eigenbelang was moet nu Zijn eer zoeken.
Wie zijn leven verliest omwille van Jezus Christus is niet gestorven. In tegendeel. Hij heeft dan eeuwig leven ontvangen.
Wie zijn leven wil behouden, en dus niet achter Jezus Christus aan wil gaan als Zijn volgeling, zal uiteindelijk ontdekken dat hij zijn leven heeft verloren. Ons leven op aarde kan, zoals we het zelf invullen, misschien heel mooi zijn. Maar na dat mooie leven komt het oordeel (vergelijk Hebreeën 9:27).
Voor wie zijn leven niet aan Jezus Christus de Verlosser heeft toevertrouwd, zal blijken dat hij zijn eeuwige leven door moet brengen in een eeuwig verlies.
In de Bijbel is er maar één manier om leven te ontvangen. Dat is door de dood heen. Dat staat in Johannes 12:24.
Ons kruis opnemen betekent dat ons eigen ik moet sterven. Het gaat niet meer om ons, maar om Hem Die ons het eeuwige leven heeft gegeven. Het kruis opnemen is niet iets dat we eenmalig gedaan hebben, of maar één keer hoeven te doen. Het is een vitaal onderdeel van onze dagelijkse wandel met Jezus Christus. Samen met Hem sterven, en daardoor samen met Hem Zijn levenskracht ervaren, mag een dagelijkse realiteit zijn.