Wie goed nieuws te vertellen heeft, schaamt zich daar meestal niet voor. Wie over God vertelt, en over Zijn Zoon Jezus Christus, krijgt vaak vreemde reacties. Maar is dat dan een reden om ons te gaan schamen voor het evangelie?
Romeinen 1:16 (NBV)
Paulus schrijft aan de Christenen in Rome over het evangelie, het goede nieuws van God aan de mensen. Hij zegt dat dit nieuws er is voor alle mensen uit alle volken. Het is voor de Joden, Gods volk, maar ook voor alle andere volken. Hierbij wordt niet gekeken naar kleur, taal, geslacht, sociale status, intelligentie of andere uiterlijke factoren. God kijkt naar de mens zonder aanziens des persoons. Zie hiervoor Romeinen 2:9-11.
Waar God wél naar kijkt is wat wij ermee doen. Geloven we het, of geloven we het niet.
Het goede nieuws is, voor wie geloven, een reddende kracht. Een kracht die zo groot en sterk is, dat het ons kan redden van de macht van de zonde en ons kan overplaatsen vanuit de duisternis naar het Koninkrijk van Jezus Christus (zie Kolossenzen 1:13-14).
Deze reddende kracht is alleen voor hen die geloven. Niet voor wie "het wel gelooft", maar voor wie het aanneemt, accepteert, en gelooft dat God deze verlossing persoonlijk aan hem of haar wil geven.
Het feit dat dit goede nieuws voor iedereen beschikbaar is - en krachtig genoeg is om te redden wie het in geloof aanneemt - is voldoende reden om ons niet te schamen voor dit goede nieuws. Laten we daarom het goede nieuws aan anderen vertellen.
Natuurlijk kunnen we soms beter even niets zeggen, het juiste moment uitkiezen, zien wanneer het gelegen komt voor de ander, geduld hebben met hen die het niet zomaar begrijpen. Maar dat iemand het vreemd zou vinden of ons erom zou uitlachen mag ons niet tegenhouden. Want welke boodschapper van zulk goed nieuws zou zich daar nou voor schamen?