Vanaf het moment dat we Christen werden door Jezus te vragen ons te vergeven en onze Heer te worden, is er veel veranderd. Daarover is veel te zeggen. Vandaag bespreken we de manier waarop we naar bepaalde zaken kijken. Op een totaal nieuwe manier.
We lezen 2 Korintiërs 5:14-17. Het gaat om vers 16 en 17, maar vers 16 begint met het woordje "daarom". Het is daardoor beter ook vers 14 en 15 te lezen.
2 Korintiërs 5:14-17 (NBV)
Het gaat dus om vers 16 en 17. Om die goed te begrijpen kijken we eerst naar wat er in vers 14 en 15 staat.
Paulus, de schrijver van deze brief, zegt dat hij ervan overtuigd is dat Jezus voor alle mensen is gestorven. Dit betekent ook dat alle mensen gestorven zijn. In Romeinen 6 legt hij dat verder uit. Als je bij Jezus hoort ben je samen met Hem aan het kruis gestorven. Je oude mens, die alleen maar kon zondigen en helemaal voor zichzelf leefde, bestaat niet meer. Daarom zegt Paulus er in vers 15 direct achteraan: zij die bij Jezus horen, leven niet meer voor zichzelf, maar voor Jezus.
Samengevat staat er dus: We zijn samen met Jezus gestorven, zodat we voortaan voor Jezus kunnen leven (en niet meer voor onszelf).
Nu komen we bij vers 16, dat begint met het woordje "daarom". We leven voor Jezus, en daarom ...
We beoordelen voortaan niemand meer volgens de maatstaven van deze wereld, zegt Paulus. Hoe doen mensen die Jezus niet kennen dat dan?
Wanneer we mensen ontmoeten plakken we al snel een etiketje. Hij is dik. Zij is lang. Hij praat veel. Zij kijkt zuur. Hij verdient goed. Zij draagt een veel te dure jas. Hij heeft een vette auto. Zij gebruikt haar make-up mooi. Hij ... enzovoort. Dit zijn geen hemelse maatstaven maar wereldse. Lengte, gewicht, waarde (in Euro's), geluidsniveau, schoonheid en meer.
Wanneer we bij Jezus horen blijven al die dingen zo, maar we beoordelen mensen er niet meer op. Hoe dan wel? God heeft niet zoveel maatstaven. Hij ziet mensen niet naar de persoon (vergelijk Galaten 2:6). Waar God naar kijkt is dit: Begin je al een beetje op Mijn Zoon Jezus te lijken? En God wil dat we op dezelfde manier naar elkaar kijken. Zie ik Jezus in die ander?
In vers 16 gaat Paulus verder door te zeggen: "ook Christus niet, die we vroeger wel volgens die maatstaven beoordeelden". De menselijke manier om naar Jezus te kijken is: Hoe kan ik er beter van worden? Wat kan Hij mij geven? Wanneer helpt Hij me nou eens? Boeddhisten zeggen: Je kunt leren van wat Jezus gezegd heeft (en er je voordeel mee doen). De meeste mensen die tot geloof komen doen dat omdat ze van Jezus vergeving vragen en eeuwig leven willen ontvangen.
Het is waar dat God wil dat we Hem vragen. Dat we afhankelijk van Hem zijn. Maar ontvangen mag niet meer het belangrijkste in ons leven zijn. Een Nederlandse evangelist zei een keer: "Als Jezus Christus me alleen maar zou hebben gered en nooit meer iets anders voor me zou doen, is Hij het nog steeds waard dat ik Hem voor eeuwig aanbid".
We mogen vragen. Waar het om gaat is: Als we niet ontvangen wat we willen hebben, houden we dan nog even veel van Hem als voorheen? Zien we Hem met herboren ogen, in een verlangen Hem te eren en te dienen?
Behalve dat we naar anderen en naar Jezus kijken, zullen we ook af en toe naar onszelf moeten kijken. We doen dat in de spiegel bijvoorbeeld. Wat zien we dan? Naar menselijke maatstaven zien we dan nieuwe rimpeltjes, meer grijs haar, of een puist op de verkeerde plek. Maar we mogen ook leren naar onszelf te kijken zoals God ons ziet. Er staat in vers 17 dat, als we bij Jezus Christus horen, we een nieuwe schepping zijn. Het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is gekomen.
Laten we de moed hebben regelmatig naar onszelf te kijken in de spiegel van Zijn Woord.
Jakobus 1:23-25 (NBV)
Daar, in die spiegel van de wet die vrijheid brengt (de wet van de liefde, Zijn Woord van liefde), zullen we geen veroordeling vinden, geen afwijzing, geen boze vinger en geen negatieve woorden. Wel zien we waar we mogen groeien en waar we al op Jezus lijken. En als we goed kijken zien we Zijn goedkeurende ogen op ons gericht. Want we zijn in Christus. Een nieuwe schepping.