Wie straft er nou een kind? Wie neemt het besluit een kind iets te onthouden, iets af te pakken, of zelfs huisarrest te geven? Het kan heel goed zijn dat het antwoord op deze vragen is: Dat doet een liefhebbende ouder, die het beste met zijn kind voorheeft.
Hosea 3:1-5 (NBV)
Uit de context van het hele boek blijkt dat Hosea hier zijn eigen vrouw moet terugkopen. Gomer, zoals ze heet (Hosea 1:2-3) pleegde opnieuw overspel en belandde uiteindelijk op de slavenmarkt. Daar kocht Hosea haar terug en bracht haar in zijn huis. Zijn instructies voor haar waren eenvoudig. Ze kreeg huisarrest en ze zou met geen man slapen; niet met een vreemde en niet met haar eigen man. Deze vorm van tucht, of straf als je het zo wilt noemen, is om te beginnen bedoeld om Gomer te laten nadenken over haar misstappen.
Dit in werkelijkheid gebeurde verhaal is meteen een boodschap voor Israël. Zij zullen een poos zonder "man" zijn, zonder koning, zonder leider, zonder afgod. Deze periode van tucht biedt Israël een tijd van nadenken. Wie zijn we? Waar zijn we mee bezig geweest? Gaat alles zoals het zou moeten gaan?
Het uiteindelijke doel van tucht - straf die uit liefde gegeven wordt - is verzoening. Hosea wil dat Gomer met haar hele hart weer terugkeert naar hem, haar man. God wil dat Israël de afgoden loslaat en terugkeert naar hun God, hun Schepper. Dit gaat ook gebeuren, zoals voorzegd in vers 5. Ze zullen verlangen naar hun God. In het laatste hoofdstuk van Hosea, hoofdstuk 14, lezen we hoe prachtig deze verzoening tot stand komt.
Hosea 14:6, 9 (NBV)
Tucht van de liefdevolle Vader is altijd bedoeld om ons weer dicht bij Zijn Vaderhart te brengen.