Wanneer we in ons leven met problemen te maken krijgen, mogen we Jezus Christus erbij roepen, in Zijn Naam het probleem aanspreken en verwachting hebben.
Lucas 4:38-39 (NBV)
Het was voor de mensen rondom de schoonmoeder van Simon een logisch besluit. We vragen Jezus om haar te helpen. Voor ons mag het ook een logische beslissing zijn om onze problemen met Christus te verbinden. We worden opgeroepen om te bidden in de Naam van Jezus (zie Matteüs 18:19 en 20).
Door een probleem onder de aandacht van God te brengen, worden we ontzorgd. We ontvangen dan Gods vrede (zie Filippenzen 4:6 en 7).
We kunnen niet, zoals in ons Bijbelgedeelte, naar Christus toelopen en Hem vragen. Vandaag de dag heeft Hij, In plaats van lichamelijk aanwezig te zijn in deze wereld, Zijn Heilige Geest aan ons gegeven, Die in ons woont. Zo is Hij altijd en overal bij ons (zie bijvoorbeeld 2 Timoteüs 1:14).
Christus geeft ons de opdracht om voortaan onze vragen zelf aan de Vader te stellen, in Zijn Naam (zie Johannes 16:26 en 27). De Heer geeft ons, door de inwoning van de Heilige Geest, de mogelijkheid om (ook in Zijn Naam) hetzelfde te doen als wat Hij gedaan heeft - en zelfs nog meer (zie Johannes 14:12).
We zijn dus niet beperkt tot het spreken over onze problemen (iets waardoor je verdriet of moeite soms alleen maar toeneemt), maar we mogen het probleem aanspreken in Jezus' Naam!
We mogen grote verwachtingen hebben van onze Heer. In ons Bijbelgedeelte sprak Hij de koorts toe, en die verliet haar. Wij mogen onze problemen aanspreken in Jezus' Naam en verwachten dat God iets gaat doen. Soms inderdaad onmiddellijk. Soms anders dan wij verwachten en op een andere tijd. Maar altijd zal God ons horen.
Verwacht God in je problemen. Door ze met Hem te verbinden komt er hoop en vrede.