Het is heel menselijk, en misschien ook wel heel Nederlands, om op je rechten te staan. Als we gelijk hebben, willen we graag krijgen waar we recht op hebben. Christus leert ons om het anders te doen.
Matteüs 5:38-42 (NBV)
Uit bovenstaande tekst zien we, dat we anders om moeten gaan met mensen dan we van nature gewend zijn. We zien hier drie verschillende situaties.
Wanneer iemand ons kwaad doet, zouden we kunnen reageren door flink terug te slaan. Terugslaan, terugschreeuwen, straffen of wraak nemen; het zijn allemaal mogelijkheden die misschien door ons hoofd gaan.
Christus leert ons om ons niet te verzetten. Het is beter om je kwetsbaar op te stellen (de andere wang toekeren). Zo deed de Heer het Zelf ook (lees 1 Petrus 2;23). Het is beter om onrecht te lijden dan om zelf onrecht te (gaan) doen (lees voor een beter begrip 1 Korintiërs 6:7 en 1 Petrus 2:20).
Als mensen iets van ons eisen en daar misschien zelfs recht op hebben, dan moeten we dat geven. Geef niet mopperend of met tegenzin. Geef niet pas nadat je ervan overtuigd bent dat je er niet onderuit kunt. Christus leert ons om in zo'n geval zelfs iets meer te geven dan van ons gevraagd wordt.
Als we geloven dat God voor ons zorgt, dan hoeven we niet bezorgd te zijn wanneer we ons onderkleed en bovenkleed afstaan (lees hierover in Matteüs 6:25-34).
Er zijn ook mensen die niet eisen, maar gewoon iets van ons vragen. De Heer vraagt van ons om dit te doen. We kunnen de kantjes ervan af lopen of, zoals Christus ons leert, net een beetje extra geven. Het gaat hier om de extra inzet, waardoor we anders zijn.
Natuurlijk moeten we soms praktisch zijn en logisch nadenken. Maar laten we ook leren om niet altijd eerst in onze agenda te kijken of we wel tijd hebben, of in de TV-gids of we misschien iets anders willen doen, of in onze portemonee of we wel genoeg voor onszelf overhouden. Laten we alles doen, alsof we het voor onze Heer Zelf doen (zie Kolossenzen 3:23). Dan doen we onze Heer recht.