Enkele duizenden jaren voor Christus verwarde God de taal van de mensen, die de toren van Babel bouwden. Met de komst van de Heilige Geest liet God mensen elkaar weer verstaan.
Handelingen 2:1-6 (NBV)
De toren van Babel werd gebouwd met het doel altijd terug te kunnen keren naar die ene stad, Babel. Dat ging in tegen de duidelijke instructies van God, dat de mensen zich moesten gaan verspreiden over de aarde. Door hun taal te verwarren bereikte God dat doel; door verdeeldheid.
In onze wereld geldt dat ook nog op een andere manier. De één spreekt de taal van geld, de ander van macht. Sommigen van vrijgevigheid en anderen van hebzucht. In onze gezinnen en kerkelijke gemeenten werkt dat ook zo. En, wanneer we elkaar daardoor niet begrijpen, is er verdeeldheid.
Op de eerste Pinksterdag liet de Heilige Geest de volgelingen van Jezus in vreemde talen spreken, die ze niet kenden en waarvoor ze niet hadden geleerd (vers 4). Ze werden verstaan door veel buitenlandse Joden, die in Jeruzalem woonden (vers 6). Ze vertelden over de grootheid van God (vers 11).
Wanneer mensen elkaar gaan begrijpen, dezelfde taal spreken, kan er eenheid ontstaan. Mensen ontwikkelen eenzelfde doel, hebben goed overleg, tonen respect voor elkaar. God brengt eenheid. Geestelijke eenheid.
Door deze eenheid, gemaakt door de Heilige Geest, bouwt de Heer Zijn gemeente. In Johannes 10:16 vertelde de Heer dat er op een dag één kudde zou zijn, met één Herder.
Brengen wij met onze woorden eenheid of verdeeldheid? Hebben we Gods taal van liefde en verzoening begrepen en leren spreken? Vraag om de Geest van God. Hij is onze beste Leraar.