De meeste mensen zijn blij als het goed gaat, en niet blij als het niet goed gaat. Dat klinkt ook heel normaal. En toch is het mogelijk grote blijdschap te kennen en te ervaren wanneer de omstandigheden daar geen aanleiding voor geven.
Jesaja 61:10 (NBV)
Er is blijdschap die van omstandigheden afhangt. Wanneer je bijvoorbeeld een prijs wint, goed nieuws hoort of heerlijk te eten krijgt, bijvoorbeeld. Er is niets mis met dit soort blijdschap en vreugde, behalve dat deze weer minder wordt en uiteindelijk verdwijnt.
Dit soort blijdschap kan zelf in één klap verdwijnen wanneer de omstandigheden veranderen. Dus hoewel we gewoon van deze blijdschap mogen genieten, is ze vluchtig.
Er is nog een andere blijdschap; een blijdschap die uit een andere bron komt. Jesaja schrijft in het vers hierboven dat deze blijdschap en vreugde komt omdat God ons het kleed van bevrijding aandoet. We zijn bevrijd door onze Redder. Door die bevrijding zijn we rechtvaardig gemaakt (zie 2 Korintiërs 5:21).
Deze gave van God - bevrijding van onze zonden en van de macht van de zonde en gerechtigheid - is voor Jesaja als de kroon van een bruidegom en als het sieraad van een bruid.
De meesten van ons zullen de blijdschap kennen die iedereen wel eens heeft als gevolg van omstandigheden. Wie Jezus Christus kent als persoonlijke Verlosser, mag ook die andere vreugde kennen. Deze vreugde is altijd aanwezig en steeds weer nieuw zodra we ons (weer) bedenken wat we door Jezus Christus allemaal hebben ontvangen van God.
Het is een keuze om ons te verheugen in God. Het is een keuze om te jubelen vanwege onze God. Wat de omstandigheden ook zijn, wanneer we ons op onze God richten mogen we Zijn vrede en vreugde ervaren. Iedere keer weer opnieuw.