De meeste mensen weten wel waar Jezus Christus, Die de Verlosser wordt genoemd, de mensen van verlost heeft. Hij is immers aan het kruis gestorven om ons met God te verzoenen, om ons van de zonde vrij te maken, om de dood te overwinnen. Behalve dat God Zijn Zoon stuurde om ons al deze dingen te "geven" zijn er ook andere redenen waarom Jezus moest sterven. Dit heeft allemaal te maken met wie wij zijn en ons gedrag. Het wordt duidelijk in een gelijkenis van Jezus uit Matteüs hoofdstuk 21.
Matteüs 21:33-36 (NBV)
De landeigenaar had een mooie wijngaard gemaakt en verhuurt deze aan personeel. Wanneer het tijd is om de vrucht van het land, die hem toekomt, op te halen, worden de mensen die hij daarvoor stuurt mishandelt en vermoord.
Deze mensen doen dit uit hebzucht, omdat ze de oogst niet willen afstaan. Ze doen dit uit minachting voor de eigenaar, hoewel zij zelf de wijngaard slechts huren. Een deel is voor hen. Zij willen echter alles. Daarvoor zijn ze bereid meermalen te mishandelen en te moorden.
Matteüs 21:37-39 (NBV)
Wanneer de eigenaar zijn eigen zoon stuurt verwacht hij respect (ontzag) en een oplossing van het probleem. Het tegendeel blijkt echter waar te zijn. De zoon wordt vermoord. De mensen doen dit uit nog grotere hebzucht en nog meer minachting.
Nu stelt Jezus de toehoorders van deze gelijkenis de vraag: Wat moet de eigenaar, wanneer hij terugkomt, nu doen met deze huurders? Het antwoord van de toehoorders is duidelijk en daarmee veroordelen ze zichzelf.
Matteüs 21:40, 41, 43 (NBV)
De wijngaard is wat God aan mensen heeft gegeven. Daar kun je van alles voor invullen: de aarde, onze gezondheid, onze gaven en talenten, ons gezin. Geven wij alle vrucht aan de Eigenaar of willen we die zelf houden? Zijn wij de mensen aan wie God de wijngaard geeft, nadat Zijn Zoon ervoor gedood is? Zijn wij de mensen die het wel vrucht laat dragen en de eer aan God wil geven?
Jezus is ook gekomen om ons te verlossen van egoïsme, trots en hebberigheid. Hij is gekomen om ons te leren de opbrengst met anderen te delen, om niet alleen voor onszelf te leven, om anderen - zowel binnen als buiten de kerk - mee te laten delen in onze zegeningen. Hij is gekomen opdat wij Hem alle eer van ons leven zouden geven.