In Lucas 19:1-10 zien we een ontmoeting tussen Jezus en een man die weinig vrienden heeft. Door een vriend voor hem te zijn weet Jezus de man voor Zich te winnen.
Lucas 19:1-4 (NBV)
Alleen al de aanwezigheid van Jezus wekte de nieuwsgierigheid op van Zacheüs. Deze rijke tollenaar had blijkbaar van Jezus gehoord, en wilde wel eens met eigen ogen zien wie Jezus was. Daarvoor moest hij in een boom klimmen dus hij had er heel wat voor over.
Willen mensen ons ook graag spreken of te zien krijgen wanneer we in de buurt zijn? Is ons leven, samen met Jezus, zo door Hem beïnvloed dat de mensen om ons heen er wat voor over hebben om ons te ontmoeten?
Lucas 19:5 en 6 (NBV)
Jezus werd vrienden met de man zonder vrienden (zie ook vers 7). Wie dat doet kan rekenen op kritiek en tegenstand van buitenaf. Daar trok de Heer Zich niets van aan. De vraag is of dat voor ons wel belangrijk is. Wanneer we vriendschap sluiten met een ander, kijken we dan naar de gevolgen voor onszelf? Wat anderen van ons gaan denken en of de nieuwe vriend wel betrouwbaar is, spelen die afwegingen mee?
Willen wij, net als onze Heer, vriend zijn van iemand die de Heer (nog) niet dient, die misschien niet eens aardig is?
Lucas 19:7-10 (NBV)
Zodra Jezus bij Zacheüs binnengekomen is, toont Zacheüs door zijn daden (voornemens) dat hij voortaan een ander leven wil leiden. Het is niet de bedoeling dat mensen, omdat ze met ons gesproken hebben, opeens anders willen leven. Het gaat erom dat zij, door ons heen, Jezus hebben gezien. Wij mogen op Jezus Christus wijzen, door wie we zijn, wat we doen en wat we zeggen.
Ieder van ons kan een vriend zijn voor iemand, die Jezus nodig heeft!
In vers 10 staat waarom Jezus Christus hier op aarde was. Om verloren mensen te zoeken en te redden. Waarom zijn wij hier?