Wanneer je iets tegen iemand hebt, omdat je je ergert of omdat die persoon je iets heeft aangedaan, dan is vergeven de eerste stap. Eenmaal vergeven is een gesprek met die persoon makkelijker.
Maar wat moeten we doen wanneer we weten dat iemand anders iets tegen ons heeft? In de bergrede zegt de Here Jezus dat we dat moeten oplossen voordat we tot God naderen.
Matteüs 5:23-24 (NBV)
Heeft iemand iets tegen ons, dan zouden we kunnen denken: Kan ik er wat aan doen? Het antwoord is ja. In vers 23 staat dat wanneer we weten dat iemand zich aan ons ergert of boos op ons is, dan moeten we naar die persoon toegaan. Als we denken dat het niet aan ons ligt maar aan de ander, is het goed om toch samen te praten. Wie weet is er iets wat wij toch fout gedaan hebben (of nog steeds fout doen) en waar we iets aan kunnen veranderen. Misschien is het een misverstand. Misschien blijkt het toch allemaal aan die ander te liggen. Daar kom je achter in een gesprek.
Dat gesprek heeft tot doel dat we ons verzoenen met elkaar.
Verzoenen is niet hetzelfde als ontdekken waar de fout nou precies zat. Het heeft ook niets te maken met een wijzende vinger. Het betekent dat beide kanten besluiten om elkaar te vergeven voor zover dat nodig is.
Als die verzoening niet plaatsvindt omdat de ander niet wil of kan, dan mag je het voor een tijd loslaten. In Romeinen 12:18 staat: "Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen." Als de ander zich wel met je wil verzoenen, wandel je samen in het licht (lees 1 Johannes 2:10) en is de weg naar de Vader niet meer geblokkeerd.
Want dat is de reden dat de Here Jezus deze opdracht geeft. Wanneer we gaan offeren, God eren of aanbidden of iets anders voor Hem willen doen, wil Hij dat het goed is tussen ons en andere mensen. Daarvoor zullen we soms nederig moeten zijn en zelf naar de ander toe stappen.
Iemand die iets tegen ons heeft, zal daar vaak een reden voor hebben. Ga naar die persoon toe en zoek samen een weg om het op te lossen. Het zal misschien je relatie met die ander verbeteren. En uit deze verzen mogen we concluderen dat het onze relatie met God in elk geval verbetert.