Wij zijn geroepen tot Gods wonderbaar licht (dat staat in 1 Petrus 2:9). De weg daar naartoe is ook vol licht, dat steeds meer toeneemt.
Zevenhonderd jaar voor de geboorte van Jezus Christus werd al over Hem gesproken door een profeet, Jesaja genaamd. Hij zei: "Een volk dat in duisternis wandelt ziet een schitterend licht."
Wanneer je iets tegen iemand hebt, daar kunnen wij zelf wat aan doen. Maar wat moet je doen als iemand iets tegen ons heeft?
Morren en tegenspreken lijken soms gewoon kleine versprekingen. Maar... we mogen schitteren als sterren aan de hemel.
Het lijkt een makkelijke keus: God of geld. Wanneer we dichterbij kijken komen vragen naar voren als: Waar sparen we het meest van? Waar kijken we het meest naar?